Kaak werkt met andere machinebouwers aan distributed manufacturing
Zetten Nederlandse machinebouwers wereldwijd 3D printhubs op voor productie spareparts?
Kaak Group onderzoekt samen met andere machinebouwers uit de Achterhoek hoe ze een model voor distributed manufacturing kunnen opzetten. Het idee is om in eerste instantie verspreid over de wereld AM-hubs op te zetten voor het 3D printen van spare parts; later zouden hier ook onderdelen voor de Nederlandse machines mee geproduceerd kunnen worden voor lokale productie.
Dat heeft Lodewijk van der Borg, CEO van Kaak Group, gezegd tijdens het online seminar Think Global Act Local. ING Bank organiseerde dit afgelopen week om de kijken in hoeverre 3D printen na de Coronacrisis gebruikt kan worden om werk terug te halen naar Nederland om daarmee supply chains robuuster te maken.
Zorgt de Coronacrisis voor opleving AM-markt
ING Bank presenteerde drie jaar geleden een studie waarin hoofd Internationaal Handelsonderzoek, Raoul Leering, tot de slotsom kwam dat tegen 2050 een groot deel van de wereldhandel vervangen zou kunnen zijn door lokaal 3D printen. De afzwakking van de AM-markt in de voorbije jaren heeft dit perspectief opgeschoven in de tijd. In een bijgewerkt scenario zou tegen 2070 de helft van alle producten 3D geprint kan worden. De afgelopen maanden is dat beeld opnieuw gekanteld. “Ik denk dat de belangstelling nu fors kan toenemen, omdat bedrijven door de Coronacrisis gaan nadenken over hun supply chains, hoe ze deze minder kwetsbaar kunnen maken. Als dat gebeurt en de groeivoet van investeringen in 3D printen verdubbelt de komende jaren, printen we misschien tegen 2044 al de helft”, zegt Raoul Leering. Dat zou de groei van de wereldhandel met 40% vertragen, iets waar de BV Nederland goed over moet nadenken, hield de econoom van ING Bank de deelnemers voor. “Hoe kunnen we dat opvangen?”
Een wereldwijde CO2 belasting gaat lokaal produceren pushen en kan invloed hebben op 3D printen.
Lodewijk van der Borg, CEO Kaak Group
CO2 belasting jaag lokale productie aan
In Terborg wordt er dus al nagedacht over distributed manufacturing, blijkt uit de toelichting die Lodewijk van der Borg gaf. Duurzaamheid, aldus de CEO van het moederbedrijf van K3D, is destijds een van de redenen geweest om met additive manufacturing te starten. Net als circulariteit en lokaal produceren doelstellingen van de VN zijn om de wereld duurzamer te maken. “Nu zijn we zes jaar verder en de horizon wordt alleen maar mooier”, aldus de Kaak topman. Volgens hem heeft de wereld door het Coronavirus in een mum van tijd een verandering voor elkaar gekregen waar vele jaren voor uitgetrokken waren. Hij houdt rekening met CO2 belasting wereldwijd om de CO2 footprint terug te dringen. “Dat gaat lokaal produceren pushen en kan invloed hebben op 3D printen.” Hij ziet wel nog hinderpalen, zoals de hoge kosten en wisselende kwaliteit, maar dat zijn zaken die je kunt oplossen. Ook Ko Buijs, metallurgist en een van de initiatiefnemers van het platform Digital Parts Transfer, ziet dit gebeuren. Als je een goed netwerk van 3D printers hebt staan, kun je aan virtual warehousing denken en kosten besparen en CO2 uitstoot naar beneden brengen.
Achterhoekse machinebouwers denken aan 3D printhubs
Op de vraag of de Kaak Group zelf al nadenkt over distributed manufacturing antwoordde Lodewijk Van der Borg met een volmondig ja. “We denken erover na. De BV Nederland en Europa moeten over de hele wereld printshops neerzetten om daar spare parts te printen.” De Kaak Goup onderzoekt dit concept samen met andere machinebouwers uit de regio die wereldwijd leveren. Men denkt aan gezamenlijke printhubs waar eerst reserve-onderdelen en later onderdelen voor lokale samenstelling van machines geprint kunnen worden. “Want er komen overheidsreguliering en CO2 belasting”, benadrukt Van der Borg. Hoe verder de productie ergens vandaan moet komen, hoe duurder het wordt. Dat gaat belemmerend werken voor low cost producten uit China en andere zaken.”
Nederland zal niet het eerste land zijn dat macro-economisch profiteert van de opmars van 3D printen
Raoul Leering, ING Bank
Nederland zal niet als eerste profiteren
De Nederlandse maakindustrie bestaat echter vooral uit toeleveranciers en minder uit OEM’ers, terwijl invloed op de tekening volgens Luuk Wissink, CEO van K3D en een van de sprekers in het seminar, juist een van de succesfactoren voor 3D printen is. Kan Nederland dan nog wel een rol spelen met 3D printen? Macro-economisch klopt het dat dit de rol verkleint, reageerde Raoul Leering van ING Bank. “Met 11 procent aandeel in het BBP heeft de Nederlandse maakindustrie een significant kleiner aandeel dan de 14% in België.” Maar in de voedingsmachine-industrie is Nederland met 15 tot 16 miljard euro export groot; de sierteelt eveneens en op plek 3 staan de metaalproducten. Nederland zal niet het eerste land zijn dat macro-economisch profiteert van de opmars van 3D printen, denkt Leering. Maar lokaal produceren moet je binnen Europa ruimer zien dan binnen de landsgrenzen. Clusters kunnen heel goed een rol gaan spelen. De sector die wel een tik gaat krijgen, verwacht hij, is de transportsector. “Om een logistieke rol te blijven spelen moeten we dingen anders gaan organiseren.”
