Materials

MakerBot LABS Extruder maakt Method 3D printer een open platform

Met de MakerBot LABS Experimental Extruder verandert de Method 3D printer van de Amerikaanse fabrikant in een open platform. De gebruiker krijg in de software toegang tot veel meer instellingen om met niet-Makerbot filamenten te printen. Een aantal partners heeft al engineering materialen met de passende printprofielen ontwikkeld.


MakerBot LABS Experimental Extruder for Method, dat is de officiële benaming. Hiermee zet de 3D printerfabrikant een belangrijke nieuwe stap in het Method Materials Development Program, dat afgelopen editie van Formnext is gestart. In dit programma kunnen filamentproducenten hun materialen kwalificeren voor de Method en printprofielen ontwikkelen. Naast BASF, Lehvoss en Kimya hebben ook onder andere Jabil, Mitsubishi Chemical en Polymaker materialen ontwikkeld voor de Method 3D printer. 

Een ventilator om spanen van de werkstukken af te blazen in een CNC-machine, geprint met Polymax Polycarbonaat op de Method 3D.

Sneller nieuwe materialen op de markt brengen

“Door samen te werken met de filamentproducenten kunnen we veel sneller nieuwe materialen voor de MakerBot Method op de markt brengen”, zo verduidelijkt Johan-Till Broer, Vice President Product Development, de stap naar een open platform. Voordat MakerBot zelf een materiaal vrijgeeft, worden er eerst duizenden testuren gedraaid om tot optimale instellingen te komen. De samenwerking in het ontwikkelprogramma voor materialen versnelt dit proces, omdat elke filamentproducent voor zijn eigen materiaal de instellingen ontwikkelt en deze via MakerBot print beschikbaar stelt. “Gebruikers kunnen als ze willen deze instellingen verder tweaken; wil je direct printen dan kies je de settings van de fabrikant.” De filamenten die nu beschikbaar zijn, betreffen engineering plastics, zoals een polycarbonaat van Polymaker, PETg RSD van Jabil en een 30% gevuld carbon fiber ABS van Kimya, met verbeterde stijfheid en lager gewicht vergeleken met gewoon ABS. 

Modulaire extruder met vervangbare onderdelen

De LABS extruder is het hart van het open platform. Deze is bestand tegen temperaturen tot 300 graden C. MakerBot heeft de extruder volledig modulair ontwikkeld. Johan-Till Broer: “Gebruikers kunnen eenvoudig de nozzle tip en de PTFE buis vervangen. De praktijk wijst uit dat als er problemen met de nozzle ontstaan, dit vaak in de deze twee onderdelen is. Ze kunnen deze nu zelf eenvoudig vervangen zonder dat ze een heel nieuwe extruder hoeven te kopen.” In de extruder zitten verder sensoren die de temperatuur meten, het materiaal dat door de extruder gaat en verstoppingen. Naast de nieuwe materialen blijven ook de MakerBot filamenten beschikbaar, zoals het wateroplosbaar support SR-30 van Stratasys. Zodra de LABS extruder in de 3D printer wordt geplaatst, kun je in de MakerPrint software de printprofielen van de betreffende materialen kiezen. Ook kun je veel meer parameters aanpassen. 

Method blijft 3D printer tussen desktop en industriële modellen in

Waarom zet MakerBot deze stap naar een open platform? En schuift de Method 3D printer hiermee verder op richting de Stratasys F serie, waarmee je overigens alleen de filamenten van Stratasys kunt 3D printen? Voor Johan-Till Broer blijft MakerBot zich duidelijk onderscheiden van de Stratasys F serie, doordat de Method 3D printer zich nadrukkelijk richt op de individuele engineer. “We maken de professionele printtechniek van Stratasys toegankelijker. Want we zien nog steeds dat engineers een desktop machine kopen omdat ze niet willen wachten op op een print van een centraal systeem. Ook zijn er kleinere bedrijven die niet het budget voor een industriële 3D printer hebben. De Method vult het gat tussen de F serie en de desktop machines; een desktop printer met industriële features. Ze kunnen met de nieuwe materialen echt out of the box denken.” 

Niet alleen prototypes

Bij MakerBot wordt weliswaar telkens benadrukt dat de Method 3D vooral bedoeld is voor nauwkeurige prototypes, voortaan dus ook in materialen die heel dicht aansluiten op het uiteindelijke materiaal van de toepassing. Feit blijft dat de Method 3D ook wordt ingezet voor jigs and fixtures en tooling zoals end deflectors voor robots. “Er gebeurt meer mee dan alleen prototyping”, zegt ook Johan-Till Broer. “We blijven beide toepassingen bedienen, prototyping en tooling, Het is niet onze strategie om specifiek voor bepaalde toepassingen 3D printers te ontwikkelen, maar de Method als een modulair platform voor verschillende doelen te ontwikkelen.” Later dit jaar, zo laat de Vice President Product Development weten, komen nog meer features en ook nieuwe materialen voor de Method 3D printer beschikbaar.

Selecte groep filamentproducenten

MakerBot wil de groep filamentproducenten in het Materials Development Program niet onbeperkt uitbreiden. Johan-Till Broer: “Elke partner in het programma moet iets unieks inbrengen, dat aanvullend is op het bestaand portfolio voor de Method. We werken bovendien intensief met hen samen in de ontwikkeling in Brooklyn. Dat kun je niet met vijftig partners doen.” Het ontwikkelteam bij MakerBot plukt op zijn beurt ook de de vruchten van deze samenwerking. Juist aan de materiaalkant zijn grote chemieconcerns momenteel volop bezig om filamenten te ontwikkelen. Door de roadmaps van de materiaal- en printerfabrikant naast elkaar te leggen, kunnen elk van hen sneller grotere stappen zetten. Dat versnelt het termpo waarin MakerBot in de industrie voet aan de grond krijgt. 

Back to top button