postprocessing

Leering Hengelo: post-processing AM-stukken als dienstverlening

Bij batchgewijze productie met additive manufacturing kunnen de kosten van post-processing oplopen tot wel 60 procent van de totale kosten. Automatisering van de nabewerking is daarom cruciaal om 3D printen door te trekken naar productie. Leering Hengelo gaat het verdichten en vergladden van AM-werkstukken nu aanbieden als een dienst.


Dit is een rechtstreeks gevolg van de samenwerking met het Britse AMT. Met de combinatie van de Normfinish de-powdering machine van Leerlingen Hengelo en de PostPro3D-machines van AMT, worden onderdelen verdicht en verglad. Bedrijven kunnen zonder dat ze zelf direct moeten investeren, hun productie met 3D printen een stuk efficiënter maken.

Combinatie automatische straalcabine en nabewerking met AMT-technologie verlaagt kosten 3D printen aanzienlijk

Grote invloed op kostprijs AM-werkstukken

De cijfers over de extra tijd en kostprijs door nabewerken, komen uit het jaarlijkse AM-rapport van AMFG. Dit is een Britse aanbieder van workflow software voor het AM-proces. In het onderzoek van eind 2019 komt AMFG tot de conclusie dat nabewerking tussen de 17 en 100 procent aan de totale 3D-productietijd toevoegen. Bovendien maakt nabewerking van 3D-geprinte onderdelen een aanzienlijk deel uit van de totale kosten per onderdeel. Dit kan oplopen tot 60 procent van de totale kosten in een batchgewijze productie, afhankelijk van de toepassing.

Automatisering cruciaal

Automatisering van de nabewerking is dus cruciaal, meent Jan Panhuis, senior technisch commercieel adviseur bij Leering Hengelo. Hij ziet de technologie in de fase komen waarin 3D printen steeds vaker interessant wordt ten opzichte van conventionele productie. “Houd er wel rekening mee dat je er met alleen 3D-printen vaak nog niet bent. De finishing touch is de post-processing.” Dit geldt met name voor poederbedtechnieken bij 3D printen met polymeren. Op een ‘build’ die uit een printer komt zit namelijk nog veel poeder. Dat kun je er bijvoorbeeld af halen met blazen, afzuigen of trillen. Het overtollige poeder kan worden hergebruikt, maar op het product zelf zit dan nog restpoeder.

Nabewerken met AMT-technologie zorgt voor sterker product met geringere porositeit

Leering Hengelo kan door de samenwerking met AMT de Britse post-processing technologie voor 3D geprinte werkstukken in Nederland aanbieden.

Twee nabewerkingsstappen

Leering Hengelo zet daar de Normfinish 3D-serie in, een straalmachine voor het automatisch industrieel stralen. Het ruwe oppervlak na het stralen kan verder bewerkt worden met de technologie van AMT, waarmee Leering Hengelo sinds kort samenwerkt. AMT heeft een gepatenteerd chemisch procedé ontwikkeld waarmee de 3D-geprinte oppervlakken kunnen worden verdicht en verglad, de Blast-technologie uit de PostPro3D machine. Tijdens het proces in de Postpro3D wordt op het geprinte oppervlak een speciale vloeistof gedampt. Jan Panhuis: “Die vloeistof laat in de buitenste laag met pieken en dalen van de 3D-print de pieken als het ware in de dalen vloeien. Je brengt dus geen extra laag van een ander materiaal aan, maar maakt gebruik van het originele printmateriaal om het product te verdichten en gladder te maken.” Groot voordeel is dat, zeker in samenspel met de Normfinish-serie, relatief gemakkelijk de nabewerking in deelstappen kan worden geautomatiseerd. Dit zorgt voor een aanzienlijke reductie van zowel de productietijd als de kosten van 3D-geprinte delen. Het is de ‘ontbrekende schakel’ om in de toekomst tot een volautomatisch proces te komen.

Sterker en lagere vochtopname

Om bedrijven die nog niet zelf investeren in deze apparatuur toch toegang te bieden tot de technologie, is Leering Hengelo gestart post-processing aan te bieden als dienstverlening. Na testen om de resultaten te beoordelen, wordt dan de volledige nabewerking gedaan. Behalve de lagere Ra-waarde zorgt dot voor een sterker product met een geringere poreusheid en dus lagere vochtopname. De oppervlaktekwaliteit die haalbaar is, kan vergeleken worden met die van spuitgietproducten. Het systeem is getest op 80 thermoplastische polymeren.

Back to top button