Top story

Waarom vrouwen in de techniek iets toevoegen aan teams

ESEF Maakindustrie geeft vrouwen in de industrie een podium omdat zij het verschil kunnen maken

Er werken te weinig vrouwen in de maakindustrie. Dat is een gemiste kans, want gemengde teams presteren beter. Vrouwelijke ingenieurs leggen meer verbinding naar andere facetten, zoals duurzaamheid; de mannelijke ingenieur zoomt vooral in op de details. “ Mijn team van mannelijke ingenieurs streeft naar perfectie, maar als CEO denk ik dan ʼhallo er moet ook geld op de bankrekening komen‘”, zegt Nina Hoff, co-founder en CEO van byFlow.


Nina Hoff is een van de sprekers tijdens het event Vrouwen in de Maakindustrie tijdens ESEF Maakindustrie, de toeleveringsbeurs in maart. Nina Hoff gaat vooral in op hoe ze als vrouw de tech startup byFlow heeft uitgebouwd tot een volwaardig bedrijf. Eline van Uden, documentairemaker en tekstschrijver in de tech industrie, opent de sessie in Utrecht en spreekt over het belang van rolmodellen in de industrie. De twee kennen elkaar van de Eindhovense High Tech Campus waar ze elkaar acht jaar geleden ontmoetten in de rij voor het enige damestoilet in het startup gebouw.

Nu de industrie de switch maakt van tech driven naar multidisciplinair, is de overkoepelende kijk van vrouwen juist een meerwaarde


Belofte maakt schuld

Hoewel Nina Hoff met technologie om zich heen opgroeide en natuur- en scheikunde haar beste vakken waren, is ze pas later in de techniek gaan werken. Ze komt uit de zorg. Pas toen haar broer Floris byFlow startte, een fabrikant van 3D food printers, is Nina overgestapt. “Ik had hem beloofd als je ooit iets cools ontwikkelt, help ik je het product in de markt zetten.” Ze is nu CEO van byFlow. Ook Eline van Uden, afgestudeerd in Gender Studies aan de Universiteit van Utrecht, is via 3D printen in de industrie terecht gekomen. Ze wilde promoveren maar ontdekte dat het toch niet echt haar ding was en zocht een baan. “Bij Additive Industries heb ik de eerste twee jaren meegeholpen en daar is mijn interesse in techniek gegroeid, met name om de vertaalslag te maken zodat het bij een niet-technisch publiek landt.” Eline helpt als ZZP’er techbedrijven hun verhaal te vertellen en werkt momenteel onder andere aan een documentaire waarin ze een aantal vrouwelijke technici van de TUe in hun carrière volgt.


Worden vrouwen in de industrie serieus genomen?

Is het voor vrouwen anders om in de industrie te werken dan voor mannen?  Over het antwoord op die vraag hoeven ze niet lang na te denken: ja. Beiden vinden het super positief dat je steeds meer vrouwen op de High Tech Campus in Eindhoven ziet. Maar zelfs na acht jaar CEO zijn van byFlow merkt Nina Hoff nog steeds dat ze als vrouw in een technisch overleg minder serieus wordt genomen. Misschien onbewust door haar mannelijke gesprekspartners, maar als zij een opmerking over de techniek maakt, probeert de ander dit te valideren bij een andere man. Ook aan de onderhandelingstafel ontmoet ze zelden vrouwen. “Wat dat betreft is er in acht jaar weinig veranderd.” Ze bekent soms een man mee te nemen naar de onderhandelingen. “Daardoor hou ik het waarschijnlijk in stand, maar ik wil dan sneller iets voor elkaar krijgen.” Ook als het om financiering van de startup gaat, praat ze bijna uitsluitend met mannen. “Als ik lees dat 1,6% van de financiering in startups naar vrouwelijke ondernemers gaat, sta je als vrouwelijke startup al met 1-0 achter. Je moet dan echt heel veel doorzettingsvermogen en ambities hebben.”

Om serieus te worden genomen, zijn rolmodellen echt belangrijk

Nina Hoff (links) samen met Eline van Uden voor het Eindhovense Klokgebouw op Strijp.


Waarom vrouwen juist nu in de industrie thuishoren

Eline en Nina vinden het jammer dat er zo weinig vrouwen in de techniek werken. Niet alleen boeken gemengde teams betere resultaten, merkt Eline van Uden op, verwijzend naar internationale onderzoeken (zoals McKinsey in 2016 naar inclusieve teams bij 1000 bedrijven). Ook kan de multidisciplinaire aanpak in de industrie van vandaag best de inbreng van vrouwen gebruiken. “Ik merk aan de vrouwen die ik spreek voor de documentaire dat ze vaak overkoepelend kijken, waar de mannen eerder inzoomen op het onderwerp. Producten zijn tegenwoordig niet meer puur mechanisch, er komt ook elektrotechniek aan te pas, design, impact op duurzaamheid. Nu we deze switch maken van tech driven naar steeds meer interdisciplinaire aanpak, wordt techniek mogelijk aantrekkelijker voor vrouwen van verschillende achtergronden.” Nina Hoff herkent het beeld dat Eline schetst uit de praktijk van byFlow. De mannelijke engineers die aan de 3D foodprinters werken, kunnen zich volledig verliezen in de kleinste details. Zelf kijkt ze veel meer naar het geheel. “Als commercieel bedrijf moet je een product naar de markt brengen, dus moet je op een gegeven moment de ontwikkeling stoppen. Dan roep ik ‘hallo, er moet ook geld op de rekening komen. Gaat het werken? Hebben we goed naar de klant geluisterd? Is de prijs goed?’”


Typisch Nederlands

De cultuur in veel technische bedrijven is te dominant mannelijk, vinden beiden. Ze vinden dit typisch Nederlands. In andere landen zie je meer vrouwen in de industrie. Waarom Nederland afwijkt? Misschien heeft het te maken met het part time werken van Nederlandse vrouwen, suggereert Nina. “Dan wordt het zeker in een startup moeilijker.” Het heeft ook te maken met het ontbreken van vrouwelijke rolmodellen. Iedereen kan de mannelijke rolmodellen opsommen, zoals Elon Musk die met Tesla elektrisch autorijden heeft gepositioneerd. Of Jeff Bezos van Amazon. Maar welke vrouwelijke techondernemers staan hier tegenover? Een aantal jaren geleden hebben Nina Hoff en Eline van Uden het initiatief genomen om Women in Tech events te organiseren. Maar ze vinden dat vrouwen in de techindustrie nog meer een podium moeten krijgen. “Om serieus te worden genomen, zijn rolmodellen echt belangrijk”, zegt Eline. “Die kunnen het verschil maken door te laten zien wat voor moois er uit de industrie komt. Op scholen moet meer bewustzijn komen over de rol die vrouwen in de industrie kunnen vervullen.”  

Wat wij willen, is meer bewustzijn creëren over de kansen die er liggen


Laat de mannen maar komen

Ze juichen daarom het initiatief van ESEF Maakindustrie om op de eerste beursdag vrouwen een podium te geven toe. Zijn ze niet bang dat ze straks tegenover een zaal vol mannen zitten? “Dat is niet erg, laat ze maar komen”, reageert Nina. De cultuurverandering waar ze het over hebben realiseer je niet alleen door meer vrouwen in een team op te nemen, daar zullen ook de mannen aan moeten bijdragen. “Als we hen in die zaal krijgen, hebben we al een punt gescoord.” Meer zichtbaarheid is op lange termijn de oplossing om meer vrouwen in de techniek te krijgen; quota helpen misschien op korte termijn maar zorgen niet voor de cultuurverandering. Eline: “Vrouwen hebben geen redder nodig. Wat wij willen, is meer bewustzijn creëren over de kansen die er liggen. De creatieve mindset is echt belangrijk.” Bedrijven die dit oppakken, kunnen het zelfs als USP gebruiken. Ze kunnen nieuwe doelgroepen aanspreken nu al die maakbedrijven schreeuwen om vakmensen.

Naast Nina Hoff en Eline van Uden spreekt ook Aniek Averesch, directeur Brink Staalbouw – Circulairstaal tijdens het event Vrouwen in de Maakindustrie, 12 maart ESEF Maakindustrie in Jaarbeurs Utrecht.

Back to top button