De TechniShow zelf start pas over enkele maanden; de uitreiking van de Innovation Awards 2022 komt al dichtbij. Wie op de Avond van de Maakindustrie op 6 juli de award wint, krijgt een uniek voorwerp in handen. Want de awards zijn een schoolvoorbeeld hoe je met additive manufacturing complexe onderdelen (bijna) zonder gereedschappen produceert. Gepersonaliseerd.
In 3 artikelen leggen leggen Rein van der Mast en Arno Gramsma uit welke voorbereidingen en nabewerkingen nodig zijn geweest. Deel 1: van CAD naar STL naar printfile.
Toen een tijdje geleden enkele bestuursleden afscheid namen van FPT Vimag, kregen ze al een gepersonaliseerd exemplaar van de award, met hun naam én de jaren waarin ze hun bestuursfunctie uitoefenden. Dat lijkt gemakkelijk: CAD-ontwerp aanpassen, slicen en naar de 3D metaalprinter sturen. Zo eenvoudig is het echter (nog) niet helemaal.
STL-file repareren
Het oorspronkelijke ontwerp voor de TechniShow Innovation Awards is gemaakt door Arno Gramsma en Jeroen Jonkers; Arno werkte toen nog bij AddFab en Jeroen bij NTS. Dat ontwerp hebben ze gemaakt in Rhino. Dat zorgt al meteen voor de eerste horde die Arno bij de aanpassing van dit jaar moest nemen. “De open latticestructuur in de award hebben we apart ontworpen en later in het ontwerp geplaatst. Als je dan de werkvoorbereiding in Magics start, merk je dat de conversie niet vlekkeloos verloopt. Je moet het STL-bestand repareren. Afhankelijk van de CAD-programma’s die je gebruikt, moet je meer of minder repareerwerk doen aan de STL-file.” Een STL-file zonder fouten voorkomt problemen in de verdere werkvoorbereiding.
Design engineers die met additive manufacturing aan de slag gaan, moeten met meerdere pakketten kunnen werken en over meerdere competenties beschikken
QuantAM werkvoorbereidingssoftware
Rein van der Mast klinkt het probleem bekend in de oren. Bij Fontys Hogescholen, waar hij de metaalprintactiviteiten leidt, doet Rein de werkvoorbereiding ofwel in Siemens NX of, in het geval van de awards, in QuantAM. Dit is de eigen werkvoorbereidingssoftware van Renishaw voor de RenAM500 S, de industriële metaalprinter op het BIC waarop de awards zijn geprint. “We exporteren bijvoorbeeld een STEP-file vanuit de CAD-software, zoals Rhino, en die lezen we in QuantAM in”, legt Rein de eerste stap uit. Fontys gebruikt trouwens ook de software van nTopology, dat in staat is om complexe lattices te genereren. Verder kan nTopology volledige ‘slices’ schrijven en exporteren als een CLI-bestand, dat kan worden geïmporteerd in bijvoorbeeld de software van Renishaw. “Die file importeren we in QuantAM. Daarin koppelen we er een parameter-set aan waarmee vooral de snelheid en het vermogen van de laser komt vast te liggen.” Een andere weg die hij kan bewandelen, is de latticestructuur in nTopology koppelen met het CAD-ontwerp en deze samenstelling inlezen in de werkvoorbereidingssoftware van Renishaw. Arno Gramsma: “Deze stappen geven aan dat design engineers die met additive manufacturing aan de slag gaan, over meerdere competenties moeten beschikken. Ze zullen met verschillende softwarepakketten moeten kunnen werken.”
Morgen verschijnt deel 2: de invloed van parametersettings op het eindresultaat
One Comment