Top story

Additive Industries: flexibele AM-machine vermijdt dubbele kwalificatiekosten

MetalFab 300 Flex zorgt voor verschuiving CAPEX naar OPEX

Met een flexibel AM-systeem dat meegroeit met de AM-activiteiten van de gebruiker én een nieuw businessmodel – pay as you use – verlaag Additive Industries de drempel voor AM. Bedrijven hoeven aanvankelijk minder te investeren, kunnen een deel van de CAPEX verschuiven naar OPEX en vermijden dubbele kwalificatiekosten, die soms net zo hoog zijn als de aanschafprijs van een industrieel AM-systeem.


Mark Massey, CEO van Additive Industries, twijfelt er niet over of de maakindustrie toe is aan nieuwe, meer flexibele machineconcepten. Toen de Nederlandse fabrikant van AM-systemen een aantal bedrijven met wie al langer gesproken werd het idee achter de MetalFab 300 Flex toelichtte, tekenden twee van hen direct de order. De lagere CAPEX van de nieuwe machine met de zekerheid dat deze naderhand eenvoudig kan worden uitgebreid naar een volwaardige MetalFab G2 3D metaalprinter, trok hen over de streep. “Bedrijven twijfelen vaak over de investering, bijvoorbeeld omdat ze niet weten of ze de machine gevuld krijgen met werk. Met deze nieuwe machine maken we de strategische investering draaglijker, zonder dat ze bij opschalen opnieuw een kwalificatie van de machine moeten doen”, zegt Mark Massey.

Additive Industries wil ook graag de bedrijven die beginnen met additive manufacturing aan zich binden

Waarom goedkopere machine?

Additive Industries heeft het afgelopen jaar net als de rest van de sector flinke tegenwind ervaren. Sinds de rente omhoog is gegaan, is geld lenen niet meer quasi gratis. Op een aanvangsinvestering van € 1,2 miljoen voor een basisversie van de MetalFab 2 tikt dit aan. Daarnaast vinden nogal wat bedrijven de Eindhovense 3D metaalprinter ‘overwhelming’, zoals Mark Massy het verwoordt. Het is een AM-systeem dat ontworpen is voor serieproductie. “Geen machine waarmee je begint met metaalprinten”, voegt hij er aan toe. Toch is die doelgroep belangrijk om alvast een relatie mee op te bouwen. Additive Industries heeft overwogen om daarom een kleinere machine te bouwen. Dat is echter niet gebeurd en hiervoor in de plaats is de MetalFab 300 Flex ontwikkeld, een AM-systeem dat dezelfde core en laser heeft als het grotere systeem, maar geen automatisering én het bouwvolume wordt softwarematig begrensd tot 300 bij 300 mm, waar het grote systeem tot 420 bij 420 mm kan vullen met objecten. Wie naderhand het bereik wil vergroten, betaalt een eenmalige fee of koopt maandelijks een licentie. Daarmee biedt men flexibiliteit want het bouwvolume kan aangepast worden aan de behoefte. Additive Industries verkoopt de Metalfab 300 Flex voor € 690.000. Een maandelijkse fee voor een groter bereik kost € 8.000; wie het eenmalig afkoopt betaalt € 320.000.

Wij kunnen de MetalFab 300 Flex uitbreiden zonder dat deze opnieuw gekwalificeerd hoeft te worden

Van CAPEX naar OPEX

“Stel je produceert doorgaans kleinere onderdelen en af en toe grotere, dan kun je de licentie maandelijks laten aanpassen”, legt Massey uit. “Daarmee verschuiven we de CAPEX naar een operationele uitgaven.” Hierachter gaat nog een andere berekening schuil. Eigenlijk een punt waarmee Additive Industries verwacht klanten aan zich te kunnen binden. Wie hoogwaardige AM-applicaties produceert voor bijvoorbeeld de lucht- en ruimtevaart of de medische industrie, moet de machine kwalificeren voor het product. Wie dus applicatie ontwikkeling doet op een kleinere machine en dan de productie op een groter systeem gaat doen, moet de grote machine opnieuw kwalificeren. Afhankelijk van de sector en de toepassing, kunnen deze kosten oplopen van € 0,5 tot meer dan € 1,2 miljoen in bijvoorbeeld de luchtvaartindustrie. Deze kosten komen van de nieuwe prints, de doorlooptijd, de CT scans, feedback et cetera. “Wij kunnen de MetalFab 300 Flex uitbreiden zonder dat deze opnieuw gekwalificeerd hoeft te worden”, legt Mark Massey uit. De nieuwe Eindhovense 3D metaalprinter verlaagt dus de instapdrempel, zonder dat bedrijven bang moeten zijn voor extra kosten zodra ze opschalen naar serieproductie. En wie voldoende heeft aan het bouwvolume van 300 bij 300 mm, kan de Metalfab 300 Flex uitbreiden met een tweede printcore, extra lasers en de automatisering om de werkstukken met een robot uit de bouwkamer te halen. De investering kan zo uitgesmeerd worden in de tijd.

Mark Massey: geen dubbele kwalificatiekosten als je opschaalt naar serieproductie.

Pay as u use

Het Pay as u use betaalmodel is tot nog toe uniek in de AM-industrie. Mark Massey vindt het passen bij een technologie die veel minder bekend is bij maakbedrijven dan bijvoorbeeld CNC-technologie. Additive Industries heeft positieve feedback van potentiële klanten gekregen op dit concept. De Metalfab 300 Flex is vooral interessant voor bedrijven die de adoptie c.q. leercurve in willen gaan zonder het risico te lopen dat hun initiële investering op termijn weinig waard is, omdat ze alsnog tegen hoge kwalificatiekosten aanlopen. Voor wie met kleinere onderdelen begint, ligt de drempel lager. “Zeker zijn er nog kleinere machines die nog lager in prijs liggen in de markt te vinden, maar dan hou je het nadeel dat je opnieuw de machine moet kwalificeren als je overgaat naar serieproductie”, merkt Massey nog eens op.

Additive Industries is een van de partners in de AM Bootcamp tijdens AM for Production op 2 oktober bij MIkrocentrum.

Hoge kwalificatiekosten Het rekenvoorbeeld van de kwalificatiekosten dat Mark Massey aanhaalt, legt de vinger op de zere plek als het gaat om de businesscase voor additive manufacturing rond te krijgen. De CEO van Additive Industries vindt het absoluut noodzakelijk deze hoge kwalificatiekosten terug te dringen, maar vooralsnog is dat lastig. Hij vindt verder dat de fabrikanten de klanten die voor het eerst een metaalprinter kopen, meer ondersteuning moeten geven. “Ik denk dat het hard nodig is samen met de machine ook ondersteuning te leveren; we moeten klanten beter begeleiden ook al zeggen ze dit zelf te kunnen.” Je ziet namelijk in de markt dat bedrijven die door de leercurve heen zijn succesvol worden met additive manufacturing, terwijl in andere bedrijven soms al snel de stekker uit het project wordt getrokken omdat de leercurve stijl is. “Structureel moet er veel meer kennis over additive manufacturing in de markt komen. Bedrijven opleiden en trainen, daar zullen wij als fabrikanten ons steentje aan moeten bijdragen.”

Back to top button