3D printmarkt

Oerlikon en universiteit München gaan samen AM industrialiseren

Oerlikon en de Technische Universiteit van München (TUM) richten samen het TUM-Oerlikon Advanced Manufacturing Institute op. Met een jaarlijks budget van € 3 miljoen voor de eerste vijf jaar, gaan onderzoekers en een wetenschappelijk team van Oerlikon de grootste uitdagingen voor industrialisatie van additive manufacturing aanpakken.


Het instituut wordt gevestigd op de TUM-campus in Garching, vlak boven München. De stad moet, zo zegt TUM-president Thomas F. Hofmann, uitgroeien tot een wereldwijd erkend centrum voor additive manufacturing.

Oerlikon is niet alleen actief met de productie van metaalpoeders maar ook industrieel 3D metaalprinten.

Europese koppositie behouden

Verleden jaar tijdens de AMTC conferentie van Oerlikon schetste de universiteit al een aantal ontwikkelingen waaraan gewerkt wordt. Tijdens deze conferentie merkte professor Nikolaus Adams op dat trans regionale samenwerkingsverbanden noodzakelijk zijn om als Europa vooraan te blijven qua ontwikkeling van AM. Adams, directeur van de leerstoel voor Aerodynamica en Fluid Mechanics, wordt verantwoordelijk voor het instituut.

Oerlikon verplaatst onderzoeksafdeling naar instituut

De samenwerking krijgt nu dus een formele status met de oprichting van het nieuwe instituut. Hier gaan wetenschap en praktische toepassingen samenkomen, aldus Thomas Hofmann. Het instituut gaat substantiële bijdragen aan de industrialisatie van additieve productietechnologieën. Oerlikon verplaatst de interne onderzoeksafdeling van Feldkirchen naar Garching, een afstand van 20 kilometer. “Beide partners profiteren van een dergelijke samenwerking: doctoraalstudenten kunnen gebruikmaken van onze hardware, waaronder onze 3D printers en onze laboratoria, en wij bevinden ons dicht bij de onderzoeksactiviteiten van een werkelijk uitstekende universiteit”, zegt Sven Hicken, CTO, Oerlikon Surface Solutions Division, over de samenwerking.

Onderzoeksactiviteiten

De activiteiten binnen het instituut zijn in eerste instantie gericht op de technische problemen bij additive manufacturing. Zodra deze zijn opgelost, wil men versneld 3D metaalprinten verder ontwikkelen. Denk hierbij aan het ontwikkelen van nieuwe simulatietechnieken om het smelt- en stollingsgedrag beter te voorspellen, de ontwikkeling van nieuwe legeringen waaronder alumininium en digitale certificeringsprocessen. Daarbij wil men componenten uit de luchtvaartindustrie gebruiken.

“Wil additive manufacturing echt doorbreken als productietechniek, dan moet de industrie thema’s als reproduceerbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteitstoetsing oppakken. Dit moet echt beter worden, anders is de techniek te duur om het progressieve groeimomentum vast te houden”, zo zei Sven Hicken, CTO van Oerlikon Surface Solutions divisie het vorig jaar nog in een interview met 3D Print magazine.

FOTO

Oerlikon TUM

Professor Michael Süß, bestuursvoorzitter Oerlikon, samen met TUM-President Prof. Thomas F. Hofmann
(foto Uli Benz / TUM)

Back to top button