VDMA-werkgroep AM groeit naar 136 leden
Chistoph Hauck, directeur MBFZ toolcraft, is gekozen tot nieuwe voorzitter van de werkgroep Additive Manufacturing van de VDMA. Hij lost Ulli Klenk van Siemens af. De werkgroep telt ondertussen 136 leden, die de hele AM-waardeketen vertegenwoordigen.
Christoph Hauck (Toolcraft) nieuwe voorzitter
De ledenvergadering van de werkgroep Additive Maufacturing van de VDMA (WG AM) heeft dit keer plaatsgevonden bij Arburg, fabrikant van de Freeformer. Het bestuur is uitgebreid met een aantal nieuwe leden: Patrick Diederich, directeur van Sauer en Realizer; Karsten Heuser, Vice President for Additive Manufacturing bij Siemens Digital Factory in Erlangen; Alexander Jakschik, van ULT in Löbau en Carsten Merklein, die bij Schaeffler Technologies verantwoordelijk is voor additive manufacturing. Ulli Klenk heeft zijn voorzitterschap moeten neerleggen vanwege zijn werkzaamheden.
Hele AM waardeketen vertegenwoordigd
De werkgroep van de VDMA bestaat nu precies 4 jaar. Gestart met 40 deelnemers, telt de club er nu 136. “Bijna maandelijks melden zich nieuwe bedrijven aan. Daardoor zijn tegenwoordig alle aspecten van de AM-waardeketen vertegenwoordigd, net als de verschillende AM technieken uit zowel de metaal- als kunststof”, zegt Rainer Gebhardt, projectleider. 41% van de leden zijn gebruikers van AM technologie, met name uit de machine- automobiel- en gietindustrie komen. Toeleveranciers van materialen, componenten en software vormen met 22% de tweede grootste groep. Zij worden op de voet gevolgd door de toeleveranciers en loonbedrijven in de AM industrie met 18%. De fabrikanten van 3D printers en de onderzoeksinstituten, nemen elk bijna 10% voor hun rekening.
Een van de onderdelen die KSB 3D print (bron: jaarverslag KSB)
Pompenfabrikant KSB gebruikt 3D printen in de productie
Tijdens de bijeenkomst schetste Franz Bosbach, hoofd innovatieportfolio bij KSB AG in Frankenthal, hoe deze fabrikant van pompen additive manufacturing al inzet in de serieproductie. Hij noemde 3D printen een relevante productietechnologie vanwege de kleine series in deze sector. “In de pompenbouw spreken we bij twee stuks al over een serie.” KSB zet de technologie onder andere in voor het maken van reserve onderdelen. Hierdoor slaagt de pompenfabrikant erin om de doorlooptijd te verkorten van zes tot twaalf weken naar soms één week. Daarnaast kan men nu geometrische vormen maken die anders niet maakbaar zijn. “Geometriën die onze hydrauliekspecialisten altijd al hebben willen maken.” Mede hierdoor slaagt men erin om de energie efficiency van de pompen te verhogen. “Additive manufacturing functioneert dus”, aldus Bosbach aan het einde van zijn presentatie.
