De AM-wereld heeft de koffers alweer gepakt voor Formnext. Iedereen die serieus van doen heeft met 3D printen, bezoekt de beurs in Frankfurt. In veel bedrijven staat 3D printen echter niet hoog op de agenda staat. Die bedrijven kom je niet tegen in Frankfurt. Waarom niet? Is de technologie te moeilijk? Is additive manufacturing nog geen Chef Sache? En: hebben we de technologie niet hard nodig als we circulair willen worden en voor grondstoffen minder afhankelijk van landen buiten Europa?
Parts on Demand gooide enkele weken geleden tijdens het 10e verjaardagsfeestje de knuppel in het hoenderhok met een paneldiscussie. De toehoorders waren vooral mensen die je niet meer hoeft te overtuigen van de meerwaarde van 3D printen. Maar hoe krijg je de rest mee. “Hoe halen we 3D denken naar voren”, vroeg discussieleider Janet Koren het panel. 3D biedt voordelen, lost problemen op, innoveert, maar het ligt nog niet vooraan in de gereedschapskist van engineers.
3D ontwerpen is echt een vak apart

Generatie dingetje?
En dan gaat het al meteen fout. “Je moet in een vroeg stadium de keuze maken voor 3D printen; je moet het ontwerpproces dan anders aanvliegen”, zegt Bas Roelofs, engineer en 3D specialist bij Machinefabriek Geurtsen. Dit is een van de maakbedrijven die 3D printen wel omarmt. Machinefabriek Geurtsen, dat automatiseringsoplossingen voor productieprocessen bouwt en verkoopt, 3D print zelfs de concepten om in het salestraject de klant te overtuigen. Is Geurtsen een witte raaf? Anne van den Dool, Parts on Demand, merkt in de praktijk dat bedrijven vaak de eerste keer aankloppen vanwege een obsolete part. “Als ze dan zien wat kan, zetten ze vervolgstappen. Het zit vaak in vooroordelen.” Is het niet een generatie ding, vraagt Mindel van Gijzel, Partner Program Manager bij ABB, zich af. Zeker, denkt Bas Roelofs. ‘Toen lasersnijden opkwam en je met lasersnijden en kanten een product klaar had, zag je hetzelfde als bij 3D printen. Het was lastig de oudere generatie te betrekken.”
Komt er verandering?
Herman van Bolhuis, directeur 3D Makers Zone, bespeurt wel een verandering, zeker als het om 3D metaalprinten gaat. Toen de eerste groep bedrijven ontdekte dat de business case lastig te vinden was, hebben ze de techniek zeven jaren links laten liggen. “Dat heeft de markt jaren vertraagd. Maar de kwaliteit van de machines wordt beter, de software. Nu zien we een twee generatie partijen die een vervolgt zoekt in 3D metaalprinten, ze hebben echt andere vragen”, aldus de AM evangelist.
Waarom niet in 3D ontwerpen
Herman van Bolhuis wijdt de lage acceptatiegraad ook aan de ontwerpers, die nogal eigenwijs zijn. “3D ontwerpen is echt een vak apart.” Precies om die reden worden richtlijnen en kennis rond 3D printen die PWR Pack International heeft opgebouwd intern gedeeld met nieuwe medewerkers. De robot integrator voor food verpakkingslijnen zet 3D printen al veel in om lichtere grippers te bouwen. De traditioneel gefreesde en gedraaide end of arm tooling voor een robot is vaak te zwaar. Via de zoektocht naar lichter en sterker is het bedrijf bij 3D printen uitgekomen, schetst Michiel van Valkengoed, manager engineering bij PWR Pack International.
Materiaal integraal deel
René Tamboer, programma manager digitalisering maakindustrie bij TU Delft, begrijpt ergens wel waarom het langzaam gaat. “De industrie gaat uit van traditionele materialen. Maar bij 3D printen is het materiaal integraal onderdeel van het ontwerp en van het proces. De vrijheid die de engineer heeft, maakt dat het lastig te implementeren is in een traditioneel bedrijf.” De mensen zijn er nog niet voor opgeleid. En ze moeten het traditionele durven los te laten.
De directie moet 3D printen dragen vanuit een visie




De directie moet het dragen
Additive manufacturing is in de meeste bedrijven geen Chef Sache. Het ligt bij de engineers. Een afdeling koopt een eenvoudige FFF printer, is teleurgesteld en schrijft 3D printen af. “Jammer”, zegt Mindel van Gijzel van ABB. 3D printen moet in haar ogen gedragen worden door de directie. Ze noemt later in de discussie Kaak als voorbeeld. De fabrikant van broodbaklijnen was er enkele jaren geleden als een van de eersten bij en investeert nu opnieuw in AM-technologie, een ABB robot met Meltio AM techniek. “Misschien nog niet altijd rendabel, Maar er zit een visie achter. Als AM niet vanuit de directie gedragen werd, was dit er nooit geweest.” Amber Fiechter, business development manager bij FME, kan zich hier in vinden. Als de directie het draagt, krijgt de engineer meer vrijheid om te zoeken en te praten. De FME probeert met het Additive Manufacturing Netwerk bewustzijn hiervoor te creëren.
Voor elke twee vertrekkende medewerkers een nieuw
Ook Herman van Bolhuis juicht het toe als 3D printen op het directiebord komt. Vanuit de 3D Makers Zone proberen ze op dat niveau te overtuigen, met argumenten die niet direct met de technologie te maken hebben maar het management wel direct raken. “Voor elke twee medewerkers die vertrekken, komt er straks hooguit één terug. Je moet dus werken aan een hogere arbeidsproductiviteit en dat kan met digitale technologie:, zegt Van Bolhuis Dit is, zo verwacht hij, de komende tien jaar hét thema in de industrie. Hou bovendien China in de gaten, waarschuwt Mindel van Gijzel. “We hebben echt een uitdaging als je ziet hoe snel alles in China gaat. Ze werken extreem goed. Op innovatievlak lopen we achter. We moeten daarom meer samenwerken.”
Ben bezig met circulariteit; zet producten als dienst in de markt en neem ze terug
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
De maakindustrie krijgt komende jaren meer en meer te maken met wetgeving op het vlak van circulariteit. En er komt een repair richtlijn uit Brussel. Kan wetgeving het 3D denken een handje helpen? De experts in het panel zijn nog niet overtuigd. Herman van Bolhuis wijst erop dat de praktijk toch vaak net wat anders is. “Circulaire pellets zijn niet allemaal even goed.” En Kris Binon, AM consultant bij softwareontwikkelaar AMIS, denkt dat je toch eerst anders moet gaan ontwerpen. Traditioneel maakt de industrie producten die uit meerdere materialen bestaan. Dat bemoeilijkt recycling. Als je met eén materiaal gaat 3D printen, dan zou circulariteit wel kunnen helpen. René Tamboer is positiever over het thema circulariteit. De vraag naar titanium wordt enorm, maar het materiaal is niet altijd even gemakkelijk te verkrijgen. “Als je het materiaal dan in de loop kunt houden op een bepaald niveau, is dat goed.”
Het is niet rendabel
Hij vindt dat de industrie hier meer over moet nadenken. Net zoals het ontwerpen van beter repareerbare producten. Maar dan moet er wel een oplossing worden gevonden om goedkoper te produceren, vindt Mindel van Gijzel. “Klanten willen wel maar krijgen het niet verkocht omdat het niet rendabel is. We moeten echt samenwerken om goedkoper te produceren.” Herman van Bolhuis denkt dat deze nu nog niche toepassing over een aantal jaren zeker gaat groeien.
Minder materiaal, circulair, lokaal
Hij is overtuigd dat digitalisering en circulariteit de richting is waarin we in Europa moeten gaan denken. Op grondstoffenvlak moet Europa een veel conservatievere koers gaan varen. “Je moet bezig zijn met hergebruik van materiaal; zet producten als dienst in de markt en neem ze terug.” René Tamboer durft zelfs op te merken dat je geen toekomst als maakbedrijf hebt wanneer je niet meegaat. Design voor AM in relatie met minder materialen, circulair en lokaal produceren: dat is de toekomst. “Als je daar niet in meegaat kun je het over een aantal jaren schudden.”
De TU Delft gaat samen met het AM Netwerk van FME in het Digital Innovation Hub een serie masterclasses rond 3D printen organiseren.






