Top story

GE Additive CEO Jason Oliver verwacht grote impact van AM op supply chains

“Puur onderdelen maken met dezelfde technologie als je buurman verderop in de straat, wordt een zware wedstrijd.”

Jason Oliver, President GE Additive

De impact van additive manufacturing op supply chains wordt groot. Een aantal grote spelers in de maakindustrie beseft dit. Precies deze ondernemingen investeren momenteel fors in zowel de AM-technologie als applicatie- ontwikkeling. Wie deze boot mist, gaat het lastig krijgen, verwacht Jason Oliver, President en CEO van GE Additive.


Het interview met Jason Oliver vond plaats tijdens een bezoek aan dochter Arcam in Zweden, eind februari. Zijn uitspraken zijn dus gedaan voordat de lockdowns in veel landen van kracht werden. Het verschijnt deze maand ook in de magazine editie.

GE Additive, de AM groep binnen het industrieel conglomeraat, investeert momenteel fors, net als de maakbedrijven van GE doen. In Zweden is onlangs het Arcam EBM Center of Excellence in gebruik genomen, waar aan de verbreding van EBM technologie wordt gewerkt. In Duitsland heeft dochter Concept Laser het nieuwe R&D en productiecentrum voor de laserstraal poederbed machines in gebruik genomen. In Cincinnati (VS) wordt de binderjetting technologie verder ontwikkeld. Jason Oliver, CEO GE Additive, verwacht in de loop van dit jaar meer nieuws over deze AM-technologie. Hij ziet momenteel bij binderjetting vooral het voordeel van snelheid. De lagere nauwkeurigheid waarmee onderdelen worden geprint, is iets waar in de loop der tijd wel een oplossing voor gevonden wordt. “En dan zijn er nog enkele zaken waar we niet over praten”, zegt de CEO van de AM divisie, om aan te geven dat GE nog meer potten op het vuur heeft staan.

Meerdere technieken

Hij verwacht dat er voor elk van deze 3D metaalprinttechnieken markten bestaan. Elke technologie kent z’n specifieke eigenschappen en toepassingen. Wie specifieke legeringen en hoge nauwkeurigheden zoekt, komt bij lasersmelten uit. Wie legeringen zoekt die bestand zijn tegen hoge temperaturen of reflecterende materialen gebruikt, zoals koper, kiest voor EBM-technologie. “Maar EBM kan ook enorm snel en precies zijn. Het hangt dus helemaal af van de toepassing welke technologie je kiest.” Als voorbeeld wijst Jason Oliver op de turbinebladen voor de nieuwe GE9X vliegtuigmotoren die GE Avio Aero in Italië met de machines van Arcam print. Deze onderdelen worden thermisch zwaar belast en zitten in het roterende deel van de motoren. Een toepassing die alleen van titanium aluminide geproduceerd kan worden. “Je vindt geen enkele AM-technologie die dit kan behalve EBM.

Jason Oliver, Vice President en CEO van GE Additive.

One stop shop

GE Additive is niet de enige die inzet op meerdere AM technieken. Dat doen ook de klanten in toenemende mate. Tussen een kwart en bijna een op de drie klanten is vorig jaar gestart om meerdere AM technieken naast elkaar te gebruiken. “Zij realiseren zich dus dat ze verschillende behoeften hebben. Wij willen daar de juiste oplossingen voor bieden.” Jason Oliver denkt dat de aanbieders van één specifieke AM-technologie, de single modality spelers, het moeilijk gaan krijgen. “Klanten willen partners en geen leveranciers. Ze willen een partner die hen helpt met het totale proces; die helpt problemen op te lossen. Als de ene oplossing niet werkt, hebben wij een andere modaliteit die wel past in deze toepassing.” Juist omdat klanten op zoek zijn naar een totaaloplossing, investeert GE Additive ook in software ontwikkeling en op middellange termijn in post processing. Uitsluitend AM machines aanbieden is niet genoeg, denkt Oliver. “Daarom zijn wij gelukkig dat GE als moederbedrijf investeert en ons de ruimte biedt onze capaciteiten voor de klanten te vergroten. We worden een one stop shop voor alles wat je nodig hebt om metaalprinten succesvol toe te passen.”

Tussen een kwart en bijna een op de drie klanten is vorig jaar gestart om meerdere AM technieken naast elkaar te gebruiken.

Welke sectoren stappen in?

Momenteel zijn het vooral de grote bedrijven die 3D metaalprinten omarmen. Jason Oliver ziet bij deze groep een snelle acceptatie van de technologie. Aerospace en medical lopen voorop; automotive begint sterk in te halen. Een sector waar metaal AM erg hoog op de agenda staat, is de olie- en gasindustrie. “Zij beseffen dat het tijd kost om de technologie te leren kennen; daarom zoeken ze partijen die oplossingen hebben en ze helpt uit te vinden hoe ze er geld mee verdienen.” Het midden- en kleinbedrijf blijft achter, constateert hij tegelijkertijd. Deels heeft dit te maken met de hoge investeringen, waar het MKB vaak tegenaan hikt. Daarnaast speelt bij de kleinere bedrijven vaak het probleem dat ze geen zeggenschap hebben over de designs. Jason Oliver: “Dat is nu zeker het geval, maar ik voorzie een verschuiving vanuit de OEM’ers die momenteel investeren omdat ze het proces willen leren. Zij zullen meer en meer onderdelen door de keten duwen, net als GE Aviation doet: sommige delen maakt het zelf, maar andere begint het te outsourcen.”

3D print service bureaus moeten verbreden

Zodra dat gebeurt, zullen de 3D print service bureaus als eerste het volume zien aantrekken. Momenteel worstelen deze bedrijven vanwege de lage volumes in de markt. Ze hebben volume nodig om hun investeringen in de AM apparatuur te laten renderen. Jason Oliver waarschuwt echter dat service bureaus uiteindelijk op zoek moeten naar meer toegevoegde waarde, ook als het volume aantrekt. “De uitdaging blijft hoe ze toegevoegde waarde kunnen bieden, bijvoorbeeld met redesign. Als ze daar niet in slagen, blijven ze een cost plus provider. Dat blijft moeilijk.” Hij gelooft namelijk niet dat de OEM’ers die nu zwaar investeren in het opbouwen van eigen AM capaciteit, ook op termijn de meeste productie in huis blijven doen. “Waarschijnlijk houden ze een deel voor zichzelf. Ze realiseren zich dat het voordeel van additive niet alleen een kostenspel is, maar in de hele waardeketen ligt.”

Impact op de value chains

Deze value- en supply chains staan volgens de CEO van GE Additive aan het begin van drastische veranderingen vanwege de opmars van additive manufacturing. “Ik hoef niet meer op één plaats te printen maar kan dat overal in de wereld doen, overal waar ik wil. Je hoeft niet met poeders en onderdelen de halve wereld over te vliegen.” Additive manufacturing zal het speelveld van de globale maakindustrie herverdelen. Er zal werk uit Azië terugkomen naar Europa en de VS; maar ook omgekeerd zal er werk naar China gaan, omdat onderdelen daar nodig zijn. De hele klimaatdiscussie gaat additive manufacturing een boost geven, voorspelt Jason Oliver. Amerikaanse en Europese overheden beseffen dat. Daarom investeren ze honderden miljoenen in de ontwikkeling van AM. “Wij zijn niet in een positie om miljoenen dollars te investeren in advertenties om deze boodschap te verspreiden. Toch gebeurt dit. Langzaam zal de wereld begrijpen welke kans AM biedt.”

Nadenken over toekomstig verdienmodel

Daarom is het momenteel belangrijk voor toeleveranciers van onderdelen en samenstellingen om de mogelijkheden van AM-technologie te verkennen. Nog belangrijker vindt Jason Oliver het dat de bedrijven gaan nadenken over hun toekomstig businessmodel. “Puur onderdelen maken met dezelfde technologie als je buurman verderop in de straat, wordt een zware wedstrijd.” Als je geen manier vindt om via design meer waarde toe te voegen, zul je als onderdelenleverancier speelbal worden van grote partijen. “Ga je niet naar redesign en parts integratie, dan moet je ongelooflijk lean worden en vechten voor echt hele kleine marges.”

Back to top button