Als additive manufacturing echt wil doorbreken als productietechnologie, moeten de kosten omlaag. Daar is iedereen van overtuigd. Maar hoe realiseer je dit? Door de machines sneller te maken of door te automatiseren?
Het sterke punt van additive manufacturing is dat de technologie zich heel goed leent voor enkelstuks en kleine series. Daarmee is het echter een niche technologie. Als AM-fabrikanten echt willen kunnen opschalen, moet de technologie ook ingezet worden in serieproductie van hoogwaardige onderdelen. Hiervoor moeten de kosten per geprint onderdeel omlaag. “Kostenreductie is de belangrijkste driver om meer toepassingen te ontsluiten”, zo zei Max Schaukellis, projectmanager bij Roland Berger, het dit voorjaar op Rapid.Tech 3D in Erfurt.
Helft productiekosten zit in afschrijving machine
Het Duitse consultancybureau zegt dat er twee knoppen zijn waaraan je kunt draaien om de kosten te reduceren. De machinebezetting moet omhoog en de operatorkosten moeten omlaag. Roland Berger baseert zich op een zelf gemaakte kostenbreakdown van het AM proces. Liefst 50% van de totale productiekosten zit in de afschrijving van de machine. Dat lijkt heel veel, maar bedenk dat additive manufacturing een digitaal productieproces is. Toch kan dit percentage omlaag, meent men bij Roland Berger. De tijd waarin een machine een buildjob afrondt, sluit in de praktijk niet goed aan op de werkuren van operators. Als een buildjob om middernacht gereed is, staat de machine tot de volgende ochtend stil. Hierdoor kan volgens Roland Berger tot 30% van de beschikbare capaciteit van een AM-machine verloren gaan. “
Het volledige artikel kun je in Solutions Magazine lezen
