Top story

Kwalificatie remt doorbraak AM in energie- en automobielindustrie af

“3D printen biedt ongekende mogelijkheden om de total costs of ownership te verlagen en de beschikbaarheid van onze productie te verhogen”, zo zei Angeline Goh, digital manager supply chain bij Shell tijdens de Additive Manufacturing European Conference, georganiseerd door CECIMO. Decentrale productie dichtbij de eindgebruiker én lokaal herstellen van versleten onderdelen in plaats van vervangen door nieuwe, dat is haar visie. Ze is niet de enige die hierin gelooft. Gebrek aan kwalificatie remt deze ontwikkeling.


Angeline Goh was een van de panelleden tijdens de 6e editie van deze conferentie, georganiseerd door CECIMO. Inmiddels zijn meer dan 350 bedrijven uit de AM-industrie aangesloten bij de koepelorganisatie. De Samenwerking tussen de verschillende partijen in het AM-ecosysteem, waaronder de fabrikanten, kan de inbedding van additive manufacturing als productietechniek in de olie- en gasindustrie versnellen, denkt Angelina Goh.

Sprekers op 6e AMEC 2020 pleiten voor meer samenwerking in het AM-ecosysteem

Veiligheid staat voorop

De grote maar is volgens haar dat de olie- en gasindustrie veranderingen pas accepteert als de betrouwbaarheid van de AM-onderdelen afdoende is aangetoond. Onder andere het feit dat veel onderdelen die de sector gebruikt, belast worden met hoge drukken, maakt de omstandigheden in de energiesector uniek. “Om veranderingen te realiseren moeten we aantonen dat we het veilig kunnen doen”, aldus Angeline Goh van Shell. Om dit proces van het opbouwen van vertrouwen in de technologie, standaardisatie en technische zekerheid te versnellen, moet er meer samenwerking komen, bepleit de digital supply chain manager van het energiebedrijf.

Shell wil dichterbij de locatie waar een onderdeel nodig is gaan produceren. Krijgen de boorplatformen straks 3D metaalprinters?

Dele van data versnelt kwalificatie

Gebruikers en aanbieders van AM-technologie moeten samenwerken aan gemeenschappelijke doelen hoe de techniek te gebruiken. Ook het delen van data kan hieraan bijdragen. Het gaat dan met name om standaardisatie en kwalificatie. Goh ziet kansen in het digitaliseren van de spare part business. Dankzij digitalisering en additive manufacturing kan Shell de carbon footprint verkleinen. Het energieconcern denkt concreet om onderdelen dichter bij de eindgebruiker te produceren, minder fysieke voorraden aan te houden en duurzamer om te gaan met grondstoffen. Dat laatste kan een extra impuls krijgen als Shell additive manufacturing inzet voor het herstellen van onderdelen in plaats van ze te vervangen door nieuwe.

Samen met Fraunhofer heeft FCA Group deze combinatie van wielophanging en remsysteem ontwikkeld voor additive manufacturing.

Automobielsector nog niet klaar voor decentrale productie

Het gebrek aan standaarden en betrouwbaarheid speelt ook in de automobielindustrie, bleek tijdens de conferentie uit de presentatie van Roberta Sampiere, die bij Fiat Chrysler Automotive (FCA Group) de AM-activiteiten leidt. Ook zij zegt dat kwalificatie van het 3D printproces en kwaliteitsborging van de onderdelen de toepassing van additive manufacturing kan versnellen. “De grote uitdaging is vertrouwen kweken”, aldus Roberta Sampiere. “Als we onderdelen maken, moeten we zeker weten dat de kwaliteit goed is.” Zij leidt het wereldwijde AM center van de FCA Group en werkt met haar team vooral aan het vergroten van het bewustzijn bij de rest van de automobielgroep. Production on demand ziet zij als een kans om het werkkapitaal te verminderen. Ook de logistieke impact kan verkleind worden. Roberta Sampiere denkt echter niet dat de automobielindustrie al toe is aan decentrale productie, iets dat wel in de toekomst mogelijk zal zijn.

De Europese richtlijn voor reparaties kan een stimulans zijn voor lokaal herstellen van versleten onderdelen

Binnen 5 tot 10 jaar supply chains digitaliseren

Wie overtuigd is dat decentrale productie de komende vijf tot tien jaar gaat doorbreken, is Paul Heiden, Chief Product Officer bij de Nederlandse desktopprinterfabrikant Ultimaker. “Als je onderdelen kunt 3D printen, ben je in staat je supply chain te digitaliseren. Zodra je digitale onderdelen hebt, kun je deze naar de locatie sturen waar ze nodig zijn om daar te printen.” Als er iets is dat invloed gaat krijgen op de positie van bedrijven, het milieu en het materiaalverbruik, dan is het dit wel, aldus Paul Heiden die eind dit jaar na vijf jaar vertrekt bij Ultimaker. De huidige aanpak, materialen naar fabrieken brengen, massaproductie van onderdelen om daar magazijnen mee te vullen, zal kantelen,  verwacht hij. Voor veel onderdelen zijn al deze fysieke bewegingen overbodig. De echte gamechanger zal in zijn visie zijn als je met 3D printen versleten onderdelen lokaal gaat herstellen. De Europese richtlijn voor reparaties, waarin op Europees vlak wordt gewerkt, kan dan ook een belangrijke stimulans voor de sector worden.

Europese parlementsleden

Aan de AM conferentie van CECIMO werd ook deelgenomen door die leden van het Europees Parlement: Susana Solis Perez, Michael Bloss en Christopher Grudler. Susana Solis Perez pleitte onder andere voor samenwerking om de belemmeringen voor AM weg te nemen. Michael Bloss vindt dat de Europese industriepolitiek over een andere boeg moet: “We moeten heroverwegen hoe we omgaan met industrieën die te maken hebben met een industriële omgeving waarin onder andere China in veel sectoren leidend wil worden.” De recente plannen van de Europese Commissie voor een nieuwe industriestrategie gaan wat Bloss betreft niet ver genoeg. Christopher Grudler pleit voor een sterke investeringsstrategie, onder andere gericht op het MKB en startups. “Geef ze de middelen om te groeien en de concurrentie aan te gaan.”

Back to top button