Formnext 2025: cost per part, daar gaat het om

Realisme op AM-beurs die veel beter aansluit op de huidige markt

Weinig nieuwe hardware, veel aandacht voor software en materialen én één woord dat vaak aan bod kwam in gesprekken met exposanten: cost per part. De AM-industrie staat weer met beide voeten op de grond. Het besef dringt door dat je de AM-markt niet verbreedt door elk jaar zogenaamd nieuwe technologie met een nieuwe naam te introduceren, maar door te focussen op de applicaties én de kosten per onderdeel. Daar gaat het in productie om.


Who cares, zou je denken: de bezoekers van de kleinere Formnext lopen dit jaar over de betonnen vloer. Voor sommige exposanten is het weg laten van de vloerbedekking in de gangpaden en verkeerde bezuiniging, maar past een betonnen vloer niet beter bij een industrie die dolgraag voet aan de grond wil krijgen in de productieafdelingen van maakbedrijven?

Missen we nu echt de vloerbedekking?

Nieuwe naam, maar oude bekende. Prima Additive heeft de naam na de overname door Sodick veranderd in AltForm (Advanced Laser Technologies)

Aanpassen aan de business

Sacha F. Wenzler, vice president Formnext, is niet ontevreden met de ruim 800 exposanten op de tiende editie van Formnext. Met 62% afkomstig uit het buitenland, blijft Formnext het internationale event voor de sector. “Ik ben blij met deze aantallen gezien de economische omstandigheden.” Die drukken wel een stempel op de 10e editie van Formnext, maar misschien onbedoeld eerder positief dan negatief. De vier hallen waren minder vol dan voorgaande jaren en veel exposanten stonden er met een kleinere stand. Maar past een beetje meer soberheid niet beter bij de huidige status van de AM-industrie?

Tekenend voor de huidige situatie in de AM-industrie?

Openheid en samenwerking

De rode draad in veel gesprekken is het thema cost per part. Samen met kwaliteit is dit de sleutel tot het vergroten van het aantal applicaties voor additive manufacturing, zegt Brigitte De Vet-Veithen, CEO van Materialise. Met de nieuwe CO-AM module NPI, aangestuurd door CO-AM Brix, kunnen bedrijven hun NPI-trajecten versnellen en makkelijker opschalen met additive manufacturing. C-AM Brix is een nieuwe low-code automatiseringstools waarmee gebruikers via enkele muisklikken toegang hebben tot zo’n 800 algoritmen. Daarmee verkorten ze kwalificatieprocessen, komen sneller tot de juiste build strategie en vinden ze snel het optimum tussen lage kosten, hoge kwaliteit en herhaalnauwkeurigheid. Materialise presenteert hiernaast de nieuwe generatie buildprocessoren, gebaseerd op een volledig open architectuur. Of de gebruiker nu Magics (van Materialise) gebruikt of eigen CAD software maakt geen verschil meer uit. Brigitte de Vet: “We moeten nauwer samenwerken om klanten meer mogelijkheden te geven.” Nikon SLM Solutions is de eerste hardware fabrikant die de integratie van de nieuwe generatie build processoren aankondigt. Meer spelers zullen snel volgen.

Renishaw: lagere kosten dankzij software

De rol die software speelt in het verlagen van de cost per part ziet je bij Renishaw. Het demonstreert de Libertas software. Deze is beschikbaar voor alle bestaande RenAM 500 systemen en zorgt voor een enorme verbetering van het oppervlak, wat in de praktijd betekent minder nabewerken. Deze post proces kosten dalen verder doordat de Libertas software de belichtingsstrategie zodanig kiest dat je met minder support uit de voeten kunt. De impact hiervan komt het beste tot uitdrukking in een bouwplaat vol horlogebehuizingen. Dankzij de nieuwe strategie kan Renishaw nu bouwlagen stapelen zodat in één buildjob een veelvoud aan producten wordt geprint. Dus lagere cost per part.

HP brengt een filamentprinter op de markt. De technologie komt van 3DGence, maar over de precieze deal wilde het HP management geen mededelingen doen.

Halvering TCO bereikt en daling zet nog door

Ook bij HP is cost per part een van de belangrijkste aanjagers van de ontwikkelingen., Alex Monino, vice president en algemeen directeur van de AM-business, zegt afgelopen jaar vooral een sterke groei te hebben gezien van het aantal componenten dat met de HP MJF printers is geproduceerd. “En dat aantal jaagt de rest aan.” Volgens hem heeft HP sinds de introductie van de MJF technologie de total cost of ownership al gehalveerd. Met de tweede generatie PA11 die op Formnext gepresenteerd wordt, gaat daar nog een keer tot 20% van af.

Additive manufacturing maakt de stap naar echte productie

Tweaken van materialen

Ook bij Stratasys lag het accent dit jaar op de materialen. Daar moet de groei van de adoptie uit komen, aldus Zehavit Reisin, Senior Vice President, Consumer Solutions Global Sales and Material Business. “De focus ligt op het tweaken van de materialen voor het gebruik in de productie, bijvoorbeeld om de kosten per onderdeel te verlagen of de eigenschappen te verbeteren.” Tot voor kort waren de engineers vooral geïnteresseerd in de datasheet van materialen en niet in de kostprijs per onderdeel. “Dat was van secundair belang”, zegt Zehavit Reisin. “Nu is cost per part het onderwerp dat als eerste op tafel ligt. Je wint geen business als je dat niet meeneemt.”  Voor haar het bewijs dat additive manufacturing bezig is de stap te maken naar echte serieproductie.

En dan landt de technologie dus echt in de fabriekshal, waar betonnen en gecoate vloeren de norm zijn. Mist iemand over enkele jaren nog de vloerbedekking?

Foto: Nikon SLM Solutions had de NXG 600E op de stand opgebouwd. Met dit model zijn onder andere deze waterstofcompressoren van Bosch geprint. De hele buildjob preparation is gedaan met Siemens NX.

Mobiele versie afsluiten