CECIMO: kennisgebrek 3D printen snel aanpakken
CECIMO constateert in Europa een gebrek aan kennis over de mogelijkheden die additive manufacturing biedt. Dat geldt zowel voor eindgebruikers, potentiële gebruikers alsook voor de maakindustrie. “Er bestaat een ware behoefte aan scholing”, zegt Giorgio Magistrelli, projectmanager additive manufacturing bij de Europese vereniging van machinebouwers.
DMG Mori topman: in 2020 technologie voor MKB
Giorgio Magistrelli deed zijn uitspraken tijdens de additive manufacturing conferentie die CECIMO vorige week tijdens de EMO Milano heeft georganiseerd. 3D printen was dit jaar een van de thema’s van de tweejaarlijkse machinebeurs. Hij schetste in zijn presentatie onder andere hoe de VS, China en Japan met overheidssteun bezig zijn met investeren in additive manufacturing technologie.
Europa dreigt bij deze landen achterop te raken, mede door het kennisgebrek op het vlak van 3D printen. In de VS staan de meeste 3D printers (ruim 40% van de wereldwijde installed base); Azië en Europa hebben praktisch een evengrote installed base. Belangrijk is, zegt de CECIMO-projectmanager, dat er zowel succesvolle toepassingen ontwikkeld worden, er meer en betere scholing komt (“we moeten HR mensen bewust maken”) en er werk wordt gemaakt van standaardisatie van processen en materialen. CECIMO brengt momenteel sectoren in kaart waarin 3D printen wel al wordt toegepast. “We werken aan een identificatie van sectoren die voorop lopen in advanced en additive manufacuring, welke regio’s potentie hebben en welke sectoren”, zo liet Giorgio Magistrelli weten.
Standaardisatie vergemakkelijkt acceptatie
Ook Jörg Lenz van EOS wees op het belang van standaarden, maar voegde er direct aan toe dat deze niet altijd helemaal opnieuw ontwikkeld hoeven te worden. “Als bestaande standaarden toepasbaar zijn, moeten we die gebruiken.” Hij denkt dat meer zekerheid over standaarden en de mogelijkheden van additive manufacturing eraan bijdragen dat de markt de technologie sneller en breder accepteert.
Veel hybridetechnologie
Wat opviel in Milaan, was dat de interesse voor de aanbieders van additive manufacturing technologie niet enorm was. Exposanten zoals traditionele machinebouwers Mazak, WFL, Ibarmia en DMG Mori konden weliswaar rekenen op interesse voor hun hybride machines, dringen voor de machines was het absoluut niet. Dat al deze machinebouwers met hybridemachines, 3D metaalprinten en CNC-bewerken, op de markt komen, tekent wel de verwachtingen. “We zagen de markt twee jaar geleden boomen en hebben daarop besloten in een nichemarkt te starten”, aldus Arrate Olaiz, innovatiedirecteur bij de Spaanse machinebouwer Ibirmia. Dat toonde een prototype van een 5-assig bewerkingscentrum met geïntegreerde laser voor het opbouwen van werkstukken.
Productiemachine ontwikkelen
Ook GF Machining Solutions toonde op de EMO Milano een 3D metaalprinter om de samenwerking met het Duitse EOS te onderstrepen. Vooralsnog gaat het om een EOS M 290 machine, die qua design is aangepast aan de huisstijl van GF Machining Solutions. De komende tijd gaan de beide fabrikanten gezamenlijke nieuwe additive manufacuring systemen ontwikkelen die ontworpen worden voor in de productieomgeving. Deze productieomgeving is vooral te vinden bij de matrijzenmakers, de primaire sector waarop GF Machining Solutions zich met additive manufacturing richt.
DMG Mori: over 5 jaar standaard machine
In de komende (papieren) editie van het 3D printmagazine gaan we in een uitgebreid artikel in op de hybridemachines die de traditionele machinebouwers op de EMO toonden, de verschillen en de kansen die zij zien. Want die zijn er volgens DMG Mori topman Masahiko Mori absoluut. Hij verwacht dat tegen 2020 de 3D metaalprinters bij het industrieel MKB gebruikt worden omdat de technologie dan eenvoudig inzetbaar is en de prijzen gedaald zijn.
