MaterialsTechnology

Re3ig S100 SLS-printer voor 100% hergebruik van poeders

Poederkosten bepalen tot 40% van de kostprijs van de eindproducten

Het Vlaamse Rejig heeft op Formnext de Re3ig S100 gelanceerd, een doorontwikkeling van de vroegere Sindoh S100 SLS-printer. Uniek is dat de Belgische fabrikant deze met de Bluesint technologie van Materialise levert. Dit betekent dat het PA12 poeder volledig hergebruikt kan worden.


Wie de afbeelding van de eerste 3D printer van het Belgische Rejig denkt te herkennen, ziet het correct. “In de basis is het de Sindoh machine, die we hebben doorontwikkeld en nu gaan verkopen, zegt Tom Peeters, productmanager. Sindoh heeft gedwongen door de nasleep van de corona lockdowns in China de activiteiten op het gebied van 3D printen stopgezet. Ook de verdere ontwikkeling en productie van de S100, die toen net gelanceerd was. Rejig was destijds al betrokken bij de ontwikkeling van de machine en vond het zonde om het concept niet verder te gebruiken. Sindoh paste onder licentie de Bluesint technologie toe.


Nu een Belgische SLS printer

Als onafhankelijke servicepartner voor AM-technologie heeft Dennis Vandenbussche, oprichter en CEO van Rejig, contact gezocht met de Zuid-Koreaanse fabrikant toen deze aankondigde helemaal te stoppen met de 3D printactiviteiten. Het resultaat is de Re3ig S100, een doorontwikkeling van de Sindoh SLS printer. Uniek aan de printer is de Bluesint technologie van Materialise, die tot nog toe door Materialise in de eigen 3D printfabrieken wordt gebruikt. De Re3ig is de enige commercieel verkrijgbare printer met deze technologie. Met Bluesint technologie kan men het poeder volledig hergebruiken, waar dat doorgaans beperkt is omdat er altijd een bepaald percentage virgin poeder gebruikt moet worden.

Geen penalty als je buildjob een keer niet vol is, alle poeder kan hergebruikt worden


Kostenbesparing

Tom Peeters: “De eerste laser (CO2 100W) warmt het poeder op. Hiervoor gebruiken we een grote spotsize. De tweede laser (CO2 100W) zorgt voor het sinteren van het poeder.” Hierdoor kan men het poeder dat niet belicht wordt de volgende keer opnieuw gebruiken. In principe kan men zelfs met 100% gebruikt poeder printen, mits het gezeefd is. Omdat bij SLS printen de kosten globaal zo’n 40% van de totale kosten per onderdeel bepalen, kan dit een behoorlijke invloed hebben op de kostprijs per geprint product. De Belgische fabrikant ziet de S100 dan ook als een oplossing om de kosten van 3D printen naar beneden te brengen en daarmee een belangrijke instapdrempel weg te nemen.


Dezelfde mechanische eigenschappen

Mechanisch hebben de Bluesint onderdelen dezelfde eigenschappen als geprint als zonder deze instellingen en een mix van virgin en gebruikt poeder. Het oppervlak is wel iets ruwer, legt Tom Peeters uit. “Voor functionele onderdelen is de kwaliteit goed.” Dit levert voor een machine die dagelijks print op jaarbasis een kostenbesparing op die kan oplopen tot € 120.000 en meer, blijkt uit een simulatie die Rejig voor een klant heeft gemaakt. Tom Peeters: “Vaak horen we in de markt dat men verlies maakt als een machine niet helemaal vol zit. Bij ons betaal je geen penalty als je buildjob (510 bij 510 bij 500 mm) een keer niet volledig vol zit omdat je het niet gebruikt poeder weer kunt inzetten bij de volgende buildjob.”


Vier materialen, open systeem

De buildjobvoorbereiding gebeurt met Magics. Hierin kan de programmeur aangeven of men met de standaard instellingen print of met de Bluesint profielen. Zonder Bluesint technologie printen blijft altijd mogelijk. Op dit moment heeft Rejig voor de Re3ig SLS printer de parametersets ontwikkeld voor PA12 en 11, PP en TPU. Het gaat echter om een open systeem zodat men eigen settings kan ontwikkelen. De assemblage van de printer gebeurt in België. Rejig heeft al enkele SLS printers aan Materialise geleverd.

Back to top button